Jezus keek de kring rond en zei tegen Zijn leerlingen:
‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ De leerlingen schrokken van Zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk:
‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan:
het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar:
‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei:
‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ Petrus nam het woord en zei:
‘Maar wij hebben alles achtergelaten om U te volgen!’ Jezus zei:
‘Ik verzeker jullie:
iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen:
in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’